Wij zochten tickets via Skyscanner, en boekten vervolgens rechtstreeks bij Qatar Airways. Tickets waren 750 euro per persoon, iets duurder dan normaal (ook vanwege inflatie etc), maar ik ben erg enthousiast over de service van Qatar Airways dus zou dit iedereen aanraden. We vlogen via Doha in Qatar, en waren in totaal 16 uur onderweg naar Singapore. 

Daar kom je aan op Changi Airport, waar ik je echt aanraad vanuit de vertrekhal even door te lopen naar ‘Jewel’ (2 minuten lopen) – een enorme waterval midden op het vliegveld. Dan krijg je meteen een goed gevoel wat je te wachten staat in Singapore. 

Van de luchthaven naar je hotel

Via Booking.com boekte ik van tevoren een transfer voor 30 euro naar ons hotel. Die chauffeur stond ons op te wachten en bracht ons meteen naar het hotel.

De luchthaven is vlakbij de stad gelegen, op ongeveer een half uurtje rijden afstand. Daarom kan je ook een taxi pakken, die kost rond de €15,-. Er zijn ook goedkopere alternatieven, namelijk de bus of de MRT (metro). De MRT is de snelste en tevens goedkoopste optie. Binnen een half uur ben je in het hartje van de stad voor minder dan €3,- per persoon.

Overnachten in Singapore

Ons verblijf in Singapore, dat bespreek ik verder hieronder, ligt in de uitgaanswijk Clarke Quay bij de rivier. En naast die wijk ligt Chinatown, een erg gezellige buurt met mooie tempels. Blijf minimaal 3 nachtjes in Singapore, of langer als je daar de tijd voor hebt.

Allereerst wat tips voor Singapore. In de stad kan je heel veel dingen lopen (als je van wandelen houdt), maar is het openbaar vervoer ook heel goed geregeld. Ik zou zelf aanraden om gewoon een Grab-taxi te bestellen. Die kosten namelijk echt niet veel.

Je betaalt hier in Singapore Dollar – 1 dollar is ongeveer 71 eurocent. Verwacht hier overigens geen Aziatische prijzen: Singapore is relatief duur, ongeveer even duur als Nederland, iets goedkoper misschien.

Maar Singapore is ook een superinteressante cultuurshock. We werden geserveerd door een robot-ober in een restaurant, hebben grachten met bootjes in enorme winkelcentra gezien en drankjes gedronken op de 57ste verdieping. En wow, wat is deze plek schoon. Ik zag zelfs een waarschuwing dat je een boete van 10.000 SGD betaalt als je een duif voert.

En vergeet geen dry fit-kleding in te pakken, want Singapore is waaarm (38 graden toen wij er waren).

Goedkoopste Michelinsterrenrestaurant ter wereld

Waarschijnlijk is je eerste dag maar een halve dag vanwege je vlucht. Vanwege het tijdsverschil heb je waarschijnlijk wel genoeg energie om in de namiddag/avond nog iets te gaan doen, dus dat is fijn. Singapore staat bekend om de eetcultuur, dus staat de eerste dag in teken van de fantastische keuken.

We bezoeken het goedkoopste Michelinsterrenrestaurant ter wereld, Hawker Chan, dat bekendstaat om de kip en rijst. Daar betaal je 5 euro voor. Wij bestelden ook nog Char Sieuw met noodles (en vonden dat eigenlijk nog lekkerder!) Een heerlijke start.

Dit restaurant ligt in een heel leuk deel van Singapore, Chinatown. In de avond is het hier erg gezellig en druk, en ruikt het overal naar heerlijk eten. In de wijk is een mooie grote hindoeïstische tempel te vinden, de Sri Mariammantempel, die overigens ook de oudste tempel van Singapore is. De tempel is nog open tot 21.00 uur.

Rondom de tempel liggen nog hele leuke straten die gevuld zijn met marktjes. Als je op je eerste dag al souvenirs wil kopen: lekker hier doen.

Heb je nog tijd over? Ga dan zeker langs een van de hawker centres in de stad. Hawker centre, hoor ik je denken? Ja, streetfoodmarkten, foodhallen, hoe kan je deze plekken het beste beschrijven? Het zijn in ieder geval fantastische plekken waar je heerlijk kan eten. In de buurt van Chinatown ligt overigens ook mijn favoriet: Lau Pa Sat. Het indrukwekkende van deze hawker centre is dat alle eettentjes tussen de enorm hoge gebouwen in liggen. Deze plek staat bekend om de saté: ga aan een tafeltje zitten en kies saté bij een van de verkopers. Heerlijk!

Vandaag is de eerste dag van twee volle dagen in Singapore. In die twee dagen heb ik de mooiste highlights en lekkerste plekken om te eten verwerkt.

Deze ochtend ontbijt je als een local, namelijk met Kaya toast. Dit is traditionele toast met een soort van kokosjam, en dat eet je samen met een halfgekookt eitje. Daarnaast drink je een kop Kopi (koffie). Erg lekker! Wij aten dit lokale gerecht bij Kaya Yun Toast, in Chinatown, op loopafstand van het hotel. Het ontbijt vult goed!

Na het ontbijt wandelen we naar Gardens by the Bay. Iets wat je echt moet meemaken. Dit zijn de bekendste tuinen van Singapore: het natuurpark is 101 hectare groot en was een project om de stad leefbaarder te maken met meer groen.

De mooiste tuin vond ik de Cloud Forest – ik zou aanraden om lekker vroeg daarnaartoe te gaan. De andere tuinen vond ik niet heel indrukwekkend, maar wij zijn als Nederlander ook wel verwend op het gebied van bloemen ;).

Je bent hier wel de hele ochtend zoet. Omdat het erg warm is in Singapore en je een flink stuk gewandeld hebt al, zou ik je aanraden om lekker langzaam terug te lopen richting het hotel. Neem een heerlijke duik in het zwembad en doe rustig aan!

Wij besloten rond een uur of 16.00 uur weer op pad te gaan – deze keer naar een enorme shopping mall. Dit moet je namelijk ook echt meemaken. We gingen naar The Shoppes – het winkelcentrum in het wereldberoemde Marina Bay Sands-hotel. Daar liepen we lekker rond in de airco, winkelden we wat, aten we heerlijke dim sum bij Ippudo (en werden geserveerd door een robot!), en keken we vervolgens de beroemde lichtshow bij het water, naast het winkelcentrum. Om 20.00 uur is daar namelijk een lichtshow van een klein half uur. Erg leuk om te kijken.

We bleven hier in de buurt, want we gingen naar een hele bijzonder plek: het dak van het Marina Bay Sands-hotel. Je kan dit dak bereiken door een kaartje te kopen voor het platform, maar je kan ook gewoon een reservering maken in Ce La Vi – de bar die op dezelfde verdieping ligt.

Dat besloten wij te doen, en wat is dit een aanrader. Ja, de drankjes zijn prijzig, maar je betaalt dus geen entree en het is het echt waard.

Op de tweede volledige dag in Singapore bezochten we twee bijzondere buurten: Little India en Kampong Glam – de Arabische buurt. In de avond aten we heeerlijk bij een Vietnamees restaurant op 5 minuten lopen van het hotel.

We begonnen in Little India, de Indiase buurt van Singapore. Deze buurt staat bekend om de felle kleuren, bloemen, drukke markten en mooie tempels. De geuren van bloemenkransen en Indiase kruiden overheersten in deze wijk.

Het is leuk om in deze wijk rond te lopen, een paar tips om te bezoeken zijn: de grote overdekte bazaar Tekke Centre, de kleurrijke Sri Veeramakaliamman-tempel, en het House of Tan Teng Niah (meest kleurrijke huis van Singapore en komt nog uit de tijd van de Chinese kolonisatie).

De volgende wijk, hier kan je gewoon naartoe lopen, is Kampong Glam – de Arabische wijk. Deze wijk is mijn favoriete plek van Singapore. De kleurrijke huizen, de mooie moskee en de meest gezellige straat van de stad (Haji Lane) liggen er.

Bekijk dus zeker de Masjid Sultan Moskee (vanuit Muscat Street heb je een mooi uitzicht), loop wat rond en ga een hapje eten of iets drinken in Haji Lane. Deze straat is echt zo gezellig en er liggen heel veel leuke plekken. Wij lunchten er – ironisch genoeg Indiaas (terwijl we net in Little India waren geweest) bij Blu Jaz, een superleuke plek met heerlijk eten. (Tip: de butter chicken)

Eten

In de wijk bij het hotel zitten heel veel barretjes en restaurants. Het is een beetje de uitgaanswijk van Singapore, dus als je daarvan houdt kan je blij zijn. In deze wijk ligt ook het Vietnamese restaurant Co Chung – en wow, ga hier eten! Tips: de egg coffee, de bahn mi, en de banh xeo. Erg lekker en een mooie afsluiter van je paar dagen Singapore.

Vandaag verlaat je Singapore en reis je de grens over. Wij deden dat met een transfer die ons bij het hotel op kwam halen. We waren met zijn vieren, dus was het betaalbaar (ongeveer 15 euro pp), maar ik zou het openbaar vervoer aanraden als je alleen of met zijn twee reist.

Vervoeropties

Er zijn verschillende manieren om de grens over te gaan. De goedkoopste, maar ook de minst snelle, optie is om een van de regelmatig rijdende grensbussen te nemen. Er zijn 2 grote stations in Singapore waarvan de bussen dagelijks vertrekken naar de grensstreek Johor Bahru in Maleisië. Reis vanaf Kranji MRT Station of Queen Street Bus Terminal in Singapore. Beide stations zijn gemakkelijk te bereiken met de MRT. Een busticket is er al vanaf 2,50 euro per persoon. Het is ook mogelijk om op Queen Street Bus Terminal een taxi te nemen naar Maleisië. Een taxi kost ongeveer €30,- à €40,- voor een enkele reis naar Johor Bahru. Een busticket van Johor Bahru naar Melaka kost ongeveer 3,50 euro en de reis duurt ongeveer 3 uur.

Auto huren en rijden in Maleisië

Wil je deze reis per huurauto maken? Houd er rekening mee dat een huurauto niet de grens over mag! Je moet dus eerst echt de grens over richting Johor Bahru en daar huur je pas een auto.

Voordeel van een huurauto? De benzine kost daar nu ongeveer 15 euro voor een volle tank, je hebt veel flexibiliteit en geen gedoe met je bagage en dingen uitzoeken. De wegen in Maleisië zijn top, je moet alleen even wennen aan links rijden.

Wij huurden een auto via Sunnycars, en konden die ophalen bij Johor Bahru City Square. Dat is eigenlijk het centrum van deze stad – met een enorm winkelcentrum. In dat winkelcentrum lag in de kelder het kantoor van Europcar, waar we meteen de auto konden meenemen. We betaalden 600 euro voor bijna drie weken.

Het is belangrijk om meteen met de huurauto een Touch & Go-kaart te kopen bij een tankstation. Op deze kaart moet je geld zetten (beetje als een ov-chipkaart) om de tol te betalen. Stel nou dat je bent vergeten deze kaart te kopen en je komt bij een tolpoortje: zeg dan dat je geen kaart hebt en je cash wil betalen. Maar aangezien ze dat niet altijd doen, en er soms ook geen mensen bij tolpoortjes zitten: koop gewoon die kaart 😉

Vanuit Johor Bahru reden we door na Melaka – onze tweede bestemming. Daar verblijven we één nacht.

Een dag en nacht in Melaka

Eén nachtje in Melaka is meer dan genoeg. Het is een leuke stad om te zien, door de Nederlandse invloeden, maar ik vond vooral de enorme roze moskee op het water erg indrukwekkend.

Ook ons hotel in Melaka is een echte aanrader (en krijgt een 9,1 op Booking.com).

Melaka is een fijne plek om te bezoeken als je van Singapore richting Kuala Lumpur rijdt. De stad zelf vond ik niet overdonderend, maar de voordelen van een tussenstop, het mooie hotel en de indrukwekkende moskee vond ik uiteindelijk toch zo zwaar wegen dat ik de stad wel tip.

Het is ongeveer 2,5 uur rijden vanaf Johor Bahru naar Melaka. Je hebt al een reis van Singapore naar Johor Bahru erop zitten, dus je bent blij als je daar aankomt.

Het centrum van Melaka staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Het was een belangrijke handelspost in de VOC-tijd, en er liggen nog veel gebouwen uit de Nederlandse koloniale tijd. Als je richting ’t Stadthuys loopt, en daarna doorloopt naar St Paul’s Hill & Church heb je de mooiste plekken van het oude centrum wel gezien.

Mijn aanrader is om dan even op te frissen in het hotel, en een uurtje voor zonsondergang richting de Malacca Straits Mosque te gaan. Deze moskee, die op het water ligt en lichtroze gekleurd is, is namelijk prachtig om te bekijken tijdens de zonsondergang. Dit vond ik zo bijzonder dat ik zelfs alleen om deze reden Melaka aan zou raden.

Eten in Melaka

Als je in het weekend Melaka bezoekt, heb je geluk. Er wordt dan namelijk de Jonker Street Night Market georganiseerd in het centrum, een populaire nachtmarkt met allemaal streetfood. Let op: het is wel druk. Maar het eten is heerlijk.

Jonker street is ook buiten het weekend een waar eetwalhalla en gevuld met lokale restaurants.

Vandaag reis je verder naar Sepang, voor een hele bijzondere ervaring. We gaan een klein stukje Malediven in Maleisië ervaren. We verblijven hier twee nachten.

Deze reis was een speciale reis, want we vierden allemaal dingen met de familie die we tijdens corona niet konden vieren. Ook was er iemand jarig, dus wilde ik een bijzondere plek om die dagen te overnachten.

Dat werd het Avani Sepang Goldcoast Resort in Sepang, ongeveer een uurtje van Kuala Lumpur af, en was een onvergetelijke plek. Hieronder beschrijf ik waarom.

Vervoer van A naar B

Het is ongeveer twee uur rijden van Melaka naar dit resort in Sepang. Je kan de auto er gratis (beveiligd) parkeren. Omdat het resort niet makkelijk te bereiken is met openbaar vervoer, zou ik aanraden contact op te nemen met Avani zelf. Zij regelen namelijk transfers vanaf Melaka of Kuala Lumpur.

Het is ongeveer 40 minuten rijden vanaf het vliegveld van Kuala Lumpur, en een rechtstreekse transfer geregeld door het resort kost ongeveer 30 euro.

We verbleven twee nachten in dit hotel, en er is genoeg te doen. Het resort heeft zes eetgelegenheden, een spa en een infinity pool. Ook is er een privéstrand (met vuurshows in het weekend) en liggen er visrestaurants in de buurt.

De eerste middag lagen we lekker in de zon aan het zwembad, en aten we in een restaurant bij het resort. Normaal ben ik niet zo van het niks doen, maar op deze plek is het echt geen straf om een dag een boekje te lezen.

Stel dat je deze plek wil overslaan, dan kan je ook in een keer doorrijden vanaf Melaka naar Kuala Lumpur. Dan is je reis twee nachten korter, of je plakt nog wat daagjes aan andere bestemmingen.

Wat te doen vandaag?

Bij dit resort zijn meerdere dingen te doen. Je kan bijvoorbeeld kanoën, een strandwandeling maken, zwemmen in de infinity pool, een jetski huren, maar ook een mangrovetour doen. Wij kozen voor die tour – je wordt dan opgehaald in het resort en naar de dichtstbijzijnde mangroves gebracht. Daar ga je met een bootje varen, en zie je otters, apen, vissen, vogels en misschien zelfs krokodillen.

De mangrovetour is te boeken via het resort en kost 30 euro per persoon.

De rest van de dag hebben we gezwommen, en in de avond hebben we eten besteld om bij de zonsondergang in onze villa te eten.

Geen fan van mangroves maar wel van Formule 1? Ga dan naar het Formule 1-circuit van Sepang. Leuk om te bezoeken en dichtbij het resort.

Vandaag reizen we door naar de hoofdstad en fantastische metropool Kuala Lumpur. Een echte indrukwekkende stad! Niet alleen door de skyline, maar ook door de sfeer, eetgelegenheden, de omgeving en het onvergetelijke hotel.

Vervoer van A naar B

Van Sepang naar Kuala Lumpur reizen duurt ongeveer een uurtje met de auto. Zoals eerder al aangegeven gaan er ook transfers van Avani naar Kuala Lumpur, die zou ik aanraden als je geen huurauto hebt.

Wij verbleven in Saba Suites – dat zijn appartementen in een heel hoog gebouw in het centrum van Kuala Lumpur (met uitzicht op de wereldberoemde Petronas Towers).

Prachtige appartementen (wij hadden zelfs een appartement met twee slaapkamers, een keuken en twee badkamers, én uitzicht op de Petronas Towers) en een infinity pool op de 51ste verdieping. Dat zwembad was één van de hoogtepunten van onze reis.

De eerste middag in Kuala Lumpur hebben wij ingecheckt in het hotel, het zwembad bekeken (nogmaals: hoogtepunt!) en zijn daarna naar de canopy walk in het Kuala Lumpur Eco Park geweest. Dit is een stuk overgebleven regenwoud, midden in het centrum van de hoofdstad, en is een bijzonder contrast met alle hoge gebouwen die je om het regenwoud ziet. Ook is het hier een stuk koeler, en dat is een fijne afwisseling met de hitte. En er zijn aapjes!

Het KL Eco Park ligt naast de KL Tower, een van de hoogste gebouwen van Kuala Lumpur, je kan ook helemaal naar boven. Die twee zou je dus ook kunnen combineren. Wij hebben dit niet gedaan, omdat we de naar de bovenste verdieping van de Petronas Towers zijn geweest. Het is ongeveer een kwartier lopen naar de toren en het park vanaf het hotel.

Maar als je niet wil lopen, hoe verplaats je je dan in Kuala Lumpur?

GOKL is een gratis busdienst waarmee je eenvoudig kunt reizen tussen Kuala Lumpur City Centre, Bukit Bintang en Chinatown. De bussen zijn modern, duidelijk herkenbaar door de roze kleur en zijn zelfs voorzien van gratis WIFI.

Ook zijn er overal metrostations – met de metro kan je ondergronds of bovengronds reizen. Bij elk station hangen kaarten op met de locaties waar de metro naartoe gaat. Tickets koop je bij een automaat of bij het loket.

Maar ik zou je Grab aanraden. Een gemiddeld taxiritje in de stad kost tussen de 1 en 3 euro, en je hoeft verder niks uit te zoeken.

Eten

In de avond aten we bij Jalan Alor – een eetstraat in de populaire Bukit Bintang-buurt. Het is een straat gevuld met restaurants en streetfoodtentjes. Wij zijn gewoon aan een tafeltje gaan zitten bij een drukbezocht restaurant en hebben heerlijk gegeten.

We hebben in totaal drie overnachtingen in Kuala Lumpur, deze hele dag besteden we in de stad zelf, morgen gaan naar de rand van de stad. Iets wat we echt wilden doen is de Petronas Towers ‘beklimmen’. Dit torencomplex, ooit het hoogste gebouw ter wereld, is 452 meter hoog en geeft een prachtig uitzicht van de metropool Kuala Lumpur.

De torens tellen 88 verdiepingen. Tickets koop je óf online (zou ik aanraden) op hun eigen website, of bij de receptie bij de hoofdingang onderin het complex. Online kan je ook al een tijd reserveren, wij gaan vroeg in de ochtend in verband met drukte. Je betaalt 18 euro per persoon voor een kaartje, en daarmee ga je naar de loopbrug in het midden van de torens, en naar het observatieplatform helemaal bovenin.

Je bent hier wel anderhalf uur zoet mee. Daarna kan je eventueel naar Suria KLCC, een zeer populair winkelcentrum, onderin de torens. Wij besloten even te gaan zwemmen in onze infinity pool, om daarna weer door te gaan naar Chinatown.

Ik vind Chinatown in Kuala Lumpur echt een aanrader. Het is een erg gezellige wijk, met lampionnetjes, streetart, veel plekken om te winkelen en lekker te eten. Wij liepen een beetje rond, en kwamen langs de shopping street Petaling Street, de Central Market en de Sri Maha Mariamman-tempel.

Op tien minuten lopen vanaf de Central Market ligt ook het Merdeka Square – het belangrijkste plein van Kuala Lumpur. Leuk om even te zien, maar ik vond andere plekken indrukwekkender.

In de avond gingen we weer naar Bukit Bintang, waar veel leuke plekken zijn om heerlijk te eten, ook genoeg streetfoodkraampjes.

In de omgeving van Kuala Lumpur liggen ook nog een aantal mooie bezienswaardigheden. De mooiste tip vind ik de Batu Caves: een enorme tempel in een kalkstenen grot. Voor de tempel ligt een trap van 272 tredes in alle kleuren van de regenboog. En naast de tempel ligt een 42 meter hoog standbeeld.

De tempel is erg indrukwekkend, en de trappen ook. Wij besloten om zo vroeg mogelijk te gaan, om 08.00 uur, omdat dit de drukste bezienswaardigheid van Kuala Lumpur is. Wij waren er met een handjevol andere mensen, en om stipt 09.00 uur kwamen de eerste touringcars binnen met grote groepen mensen. En toen liepen wij nét naar buiten.

Tip: stop alle losse spullen in je tas. Er zitten nogal wat grijpgrage aapjes op de trap. Én er wordt verwacht dat je je schouders en je benen tot aan je knieën bedekt – ze verkopen wel sarongs bij de tempel, maar je kan het ook natuurlijk zelf meenemen.

In de middag besloten we nog een tempel te bezoeken: de Thean Hou-tempel. Deze tempel heeft zes verdiepingen, en een oppervlakte van 6760 m2 – het is de grootste Chinese tempel van Kuala Lumpur en erg indrukwekkend door de felle kleuren en grootte.

En je trip naar Kuala Lumpur is natuurlijk niet compleet zonder een rooftopbar. Wij besloten de Helipad-bar te bezoeken, een dakterras dat ooit diende als helikopterplatform. Het bijzondere aan deze plek is dat het platform geen randen heeft (wel een dik touw, dus nee je gaat niet vallen ;)), maar daardoor is het 360 graden uitzicht heel indrukwekkend. Wij keken hier de zonsondergang en dat is echt een grote tip.

Houd er wel rekening mee dat deze bar een entree vraagt: je betaalt 20 euro per persoon, en krijgt daar twee gratis drankjes/cocktails voor terug. Wat mij betreft is dat het wel waard.

Heb je nog een avond over? Dan raad ik je aan naar het vuurvliegjespark te gaan in Selangor. Langs de Selangor rivier vind je een grote kolonie met vuurvliegjes die je in de avond, wanneer het donker is, vanuit geruisloze elektrische bootjes kunt bekijken.

Op naar een koelere plek vol prachtige natuur: de Cameron Highlands. Deze regio, die bekend staat om de Engelse gebouwen en de temperaturen rond de 20 graden, ligt op 1500 meter hoogte. Vanwege deze hoogte en het gunstige klimaat zijn deze highlands perfect voor het verbouwen van thee. De heuvels staan daarom vol met prachtige theeplantages.

Van A naar B

Met de huurauto is het ongeveer 4 uur rijden (250 kilometer). Vanaf Kuala Lumpur kun je ook met het openbaar vervoer reizen. In ongeveer 4 uur voor minder dan 8 euro per persoon word je naar het Tanah Rata-busstation gebracht; dit is het stadje middenin de Cameron Highlands.

Bij de Cameron Highlangs liggen een paar kleine stadjes. Ik zou je aanraden in Tanah Rata te verblijven: dit is de grootste stad, en heeft de meeste hotels en restaurants.

Wij verbleven twee nachten op deze plek. Het is een fijne koele tussenstop, en er is genoeg te doen. Maar je kan er ook over nadenken één nacht te doen en je activiteiten in de Cameron Highlands te beperken tot een ochtend.

Eigenlijk is het het leukst om in een hotel in deze stijl te verblijven. Ik kon echter niet goed kiezen, en wil jullie ook onderstaande hotel aanraden:

In de Cameron Highlands zijn een aantal dingen te doen, die je op geen andere plekken in Maleisië kan doen, in ieder geval niet op deze manier. Je kan een theeplantage met fantastisch uitzicht bezoeken, een echte afternoon tea doen, een aardbeienboerderij bezoeken, en je kan hiken door het mossy forest – letterlijk een mossig bos, door het klimaat ziet de natuur er in dit bos heel anders uit.

De BOH theeplantage is de populairste theeplantage in de buurt. Voor mij ook meteen een reden om jullie hier niet heen te sturen: wij zochten naar een net zo’n mooie plek (hallo foto’s op Google Maps om te vergelijken), maar met veel minder drukte. We gingen naar de Cameron Valley Tea, meteen om 08.00 uur toen de deuren open gingen. Je kan hier gewoon met de huurauto heen, of een taxi bestellen.

Bij deze plantage kan je thee drinken of iets eten met uitzicht over de plantage, maar je kan ook een kaartje van 50 cent kopen en door de plantage lopen. Dit hebben we gedaan, en we hebben heerlijk met de zon in ons gezicht daar rondgelopen. Wat prachtig!

Daarna dronken we een kopje thee (moet natuurlijk ook wel).

Een andere leuke activiteit is het bezoeken van een strawberry farm: verwacht niet superveel, maar je kan er aardbeien plukken en producten met aardbeien eten of drinken. Vaak zijn er ook mooie uitzichten.

Verder kan je nog hiken in de buurt: een hike door het mossy forest is een aanrader, of ’trail 10′ langs mooie uitzichten in de stad. Je ziet bordjes naar deze hike in Tanah Rata.

Eten in Cameron Highlands

Een echte aanrader in de Cameron Highlands, juist door de Britse sfeer, is een afternoon tea doen. Dat zou ik doen in The Smokehouse Hotel of in de Jim Thompson Tea Room in het Cameron Highlands Resort.

Een andere echte aanrader is The Barracks Cafe in Tanah Rata – een restaurant/eetcafé gemaakt in een oude militaire barak. De plek is heel leuk ingericht en het eten was erg lekker.

Vind je vroeg opstaan niet heel erg? Dan zou ik zeker een Sunrise Tour doen, via Fathers Guesthouse. Deze accommodatie is een van de bekendste plekken in de highlands voor excursies, en de sunrise tour vind ik hun leukste tour. Je wordt dan rond 06.00 uur ’s ochtends bij je hotel opgehaald om de zonsopgang te gaan kijken op het hoogste punt van de Cameron Highlands. Erg indrukwekkend.

Daarna doe je een korte hike en je gaat via een theeplantage weer terug naar je hotel.

Vandaag gaan we naar de jungle. In het Royal Belum State Park in West-Maleisië ligt namelijk, midden in de jungle op een eiland, het Belum Eco Resort. Een bezoek aan dit regenwoud en resort is een must-do voor elke rondreis door Maleisië: er is geen massatoerisme, er leven veel bijzondere dieren en de uitzichten en de rust in het resort is heerlijk.

Verblijven in Royal Belum Eco Resort

Wie zich een beetje heeft verdiept in rondreizen door West-Maleisië weet dat Taman Negara de populairste plek is om het regenwoud te bezoeken. Een ontzettend mooie plek, maar erg toeristisch geworden. Daarom besloot ik verder te zoeken, en vond ik het Royal Belum State Park – een regenwoud waarvan wordt gezegd dat het 130 miljoen jaar ook al bestond. In het ‘park’, dat in het noorden van Maleisië ligt, leven de meeste grote zoogdieren – waaronder tijgers, olifanten, neushoorns en tapirs – van Maleisië. Ook is in het regenwoud de grootste bloem ter wereld te vinden.

Mijn oog viel op het Royal Belum Eco Resort, dat huisjes aanbiedt op een eiland midden op een meer in de jungle. Een losse overnachting boeken in dit resort is mogelijk, maar zou ik niet specifiek aanraden. Ze bieden namelijk ook pakketten aan van meerdere nachten. Wij boekten een 3 nachten/4 dagen-pakket. Dat betekent dat je niet alleen je overnachting in de jungle al geregeld hebt, ook al het eten en de activiteiten (trekkings, boottochten, etc) heb je op deze manier al. 

Hoe kom je er?

Als je een huurauto tot je beschikking hebt, rijd je richting het stadje Gerik, daarna richting de Jeti Awam Pulau Banding. Dat is ongeveer 3 tot 4 uur rijden vanaf Cameron Highlands. Op die plek word je om 12.30 uur opgehaald door een boot die je naar het resort brengt.

Een fijne website om het openbaar vervoer voor Maleisië uit te zoeken is Easybook. Als je als eindbestemming Gerik invult, zie je dat bijvoorbeeld vanaf Kuala Lumpur een bus rijdt en er 5 uur over doet. Je betaalt ongeveer 8 euro voor een kaartje. Vanaf Gerik neem je dan een taxi naar de ‘Jeti’, de ophaalplek van de boot.

De eerste dag van onze ‘pakketdeal’ kwamen we om 13.00 uur aan, gingen we lunchen, en daarna op zoek naar de Rafflesia – de grootste bloem ter wereld. Deze bloem bloeit maar zes dagen per jaar, dus is het heel speciaal als je ‘m bloeiend kan zien. Dat lukte!

In de avond deden we een boottocht bij de schemering, op zoek naar dieren. In dit regenwoud leven bijvoorbeeld tien verschillende soorten neushoornvogels, olifanten, tijgers, otters, beren, en ga maar door. We wilden natuurlijk het liefst olifanten zien. Dat lukte jammer genoeg niet, maar we zagen wel de enorme voetstappen van ze (zie de foto hierboven).

Deze dag bezochten we een eiland van de inheemse bevolking Orang Asli en maakten een trekking naar een waterval, waar we ook zwommen en lunchten. De lunch kregen we overigens mee in een pakket gemaakt van bamboe, dat we op onze rug droegen. Erg leuk!

Na een korte boottocht maakten we nog een klim naar een enorme boom van minstens driehonderd jaar oud. Dat vond ik wel heel bijzonder deze dagen: je merkt aan zo veel dingen dat het regenwoud heel oud is.

De tweede volledige dag vol activiteiten hebben wij jammer genoeg gemist. De motor van de boot was kapot, waardoor we nergens naartoe konden worden gebracht. Jammer, maar we hebben ons niet verveeld: we hebben heerlijk gekajakt, een boekje gelezen en dutjes gedaan. Een perfecte rustdag.

Meer over deze vier dagen lees je in dit blog.

Van de jungle gaan we door naar het eerste eiland van deze reis: Penang. De hoofdstad van Penang, Georgetown, is mijn favoriete stad van deze trip!

Het is vanaf de parkeerplaats waar de auto geparkeerd staat ongeveer 2,5 uur rijden, en dit is een supermooie route met prachtige uitzichten.

Als je met het openbaar vervoer reist kan je weer de taxi naar Gerik pakken, om daar over te stappen op de bus naar Penang. Zoals eerder genoemd zou ik je Easybook weer aanraden, dat is een beetje het 9292ov van daar ;).

Op Penang verblijven we drie nachten – in echt een prachtige accommodatie. Je kan ook korter verblijven hier, maar wij vonden de sfeer hier zo fijn dat we makkelijk de dagen vol kregen. En die accommodatie.. daar zou ik liever zelfs een hele week zijn gebleven. We verbleven namelijk in een van de toeristische trekpleisters van het eiland: The Blue Mansion.

Ons verblijf in Penang

Boek hier 3 nachten.

The Blue Mansion itself ligt in het hartje van Georgetown, maar de townhouses die je dus kan huren voor 4 personen (160 euro per nacht voor 4 p) liggen nóg meer in het centrum (om de hoek van de beroemde Love Lane bijvoorbeeld) en op 10 minuten lopen van het hotel.

Je kan in de townhouse kiezen of je een ontbijt in het hotel wil (dat zit erbij in de prijs) waarbij je a la carte iets kan bestellen, en ook dingen van een luxe buffet kan pakken, of dat je een ontbijtpakket thuis gebracht krijgt.

Zoals eerder al gezegd is de townhouse – en het hotel eigenlijk ook – een perfecte uitvalsbasis om het centrum van Georgetown te verkennen. Deze stad staat bekend om zijn streetart en streetfood, en je bevindt je echt midden al het moois dat de stad te bieden heeft.

De eerste dag in Penang deden we een rondleiding door de Blue Mansion (aanrader!), die kreeg je gratis als je in het hotel verblijft. Daarna besloten we gewoon de omgeving te verkennen, we liepen rond in het buurtje rondom Love Lane – een populaire straat vol uitgaansgelegenheden en restaurantjes. Ook aten we hier.

De tweede dag in Penang begonnen we met een heerlijk ontbijt in The Blue Mansion. De hele ochtend en middag hebben we de stad te voet verkend – erg leuk. Op Google Maps kan je zoeken op ‘mural’, dan zie je waar de mooiste streetart in Penang te vinden is. Zo liepen we van ‘onze’ buurt door Chinatown en langs Little India weer terug.

Als je houdt van contrasten ga je Georgetown heel mooi vinden. Van de vier personen waar ik mee reisde, vonden twee de stad heel vies en van de andere twee was het de favoriete bestemming van de reis. De stad is inderdaad niet heel luxe of mooi, maar door de streetart en de restaurantjes en de Chinese invloeden wordt de sfeer heel bijzonder. En in de avond wordt de stad door de lampionnen en de streetfoodkraampjes overal heel levendig.

Dus we liepen via ons buurtje rondom Love Lane naar Chinatown om vervolgens een hele bijzondere theeproeverij te doen in Little India. Maar eerst: hoe gek zijn mensen in Penang op katten?! Overal was kattenstreetart te vinden, er was zelfs nog een klein museum/winkel!

De theeproeverij deden we bij Ten Yee Tea op Beach Street. Eigenlijk in Ten Yee gewoon een theewinkel, zelfs een winkel waar je zo aan voorbij loopt, maar ik had gelezen dat als je er een kopje thee drinkt je een hele workshop van de superenthousiaste eigenaar krijgt. En dat kregen we!

We betaalden ongeveer 8 euro voor een hele theepot, inclusief een dik half uur les over Chinese thee. De eigenaar liet ons proeven, leerde ons vanalles over de verschillen van de thee en gaf ons tips hoe we de thee zelf moesten zetten. Wat een ervaring! Zelfs voor een koffiedrinker.

In Penang zijn ook een aantal vissersdorpen op het water te bezoeken: deze dorpen zijn geheel op het water gebouwd, op palen en heten Clan Jetties. Het zijn Chinees-Maleisische nederzettingen, waar clans (gilden) wonen, om tradities samen in eer te houden.

In elk dorpje woont één clan, en elke clan heeft zijn eigen tempel. Wij bezochten de Chew Jetty (die ook best toeristisch is) omdat we hoorden dat je hier mooi de zonsondergang kon bekijken. We waren niet de enige: aan het einde van het dorpje zaten allemaal mensen met een biertje op de pier. Een leuk sfeertje! De zonsondergang was niet heel denderend, vooral omdat je bij Georgetown aan de linkerkant van het eiland zit, lijkt me ;).

Waar eten?

In de avond aten we heerlijke streetfood bij Lorong Baru.

Als je besluit om nog een extra dag te blijven, zoals wij, kan je op deze dag de natuur van Penang ontdekken. Start bij de Penang Hill, waar je met een kabelbaan naar de top wordt gebracht. Vanaf de top heb je een mooi uitzicht over Georgetown. Ook kan je het Penang Nationaal Park bezoeken, met het spectaculaire monkey beach. Om daar te komen moet je een boot regelen vanaf de ingang van het Penang National Park naar het strand.

Eten

Al twee avonden lang zagen we bij een restaurant een enorme rij staan als we terug naar de townhouse liepen. De laatste avond besloten we daar te gaan eten – het bleek een Chinees restaurant te zijn, genaamd Teksen. En wow, wat was dit goed! Aanrader is de roasted pork.

Langkawi is echt een bounty-eiland. Met mooie stranden en indrukwekkende natuur (en veel dieren!) echt één van mijn favoriete bestemmingen op deze reis. Eigenlijk was alles wel heel mooi… maar dit is ook een heerlijke afsluiter.

Hoe kom je er?

Op Penang hebben we onze huurauto weer ingeleverd op Penang airport. Wij hebben een binnenlandse vlucht geboekt met AirAsia – we betaalden 25 euro inclusief ruimbagage en eten aan boord. De vlucht duurt ongeveer 40 minuten.

Als je geen huurauto tot je beschikking hebt, zou ik je – zoals al eerder gezegd – een Grab aanraden. Die kost ongeveer 2 à 3 euro. Je kan ook de Rapid Penang Airport Transit AT-bus pakken bij busstations Komtar of Jetty in Georgetown, die doet er ongeveer 35 minuten over en kost een paar ringgit.

Wil je niet vliegen, maar toch naar Langkawi?

Je kunt ook met de veerboot reizen naar Langkawi, maar pas op: sinds corona gaat er nog maar één veerdienst naar Langkawi, drie keer per week. Je moet dan de bus/Grab pakken naar de opstapplaats voor de veerboot bij de Swettenham Pier, en dan 3 uur varen, en dan nog met de bus naar je bestemming. Een ticket voor de veerboot kost 17 euro per persoon. Je kan online een ticket kopen.

Ons verblijf

Hopelijk zijn jullie het met me eens als ik zeg dat de laatste dagen van een reis echt als een vakantie mogen voelen. Lekker bijkomen van alles wat je de afgelopen weken hebt gezien, in een mooie omgeving.

Dat vakantiegevoel vonden wij in het Berjaya Langkawi resort. Een vijfsterrenresort waar je óf in de jungle óf op het water kan slapen in mooie huisjes. Bijkomend voordeel is dat deze accommodatie op vijf minuten lopen van de kabelbaan naar het hoogste punt van Langkawi ligt, dus over dat bezoek hoef je niet eens meer na te denken.

De eerste dag hebben we heerlijk aan het zwembad gelegen en over het strand gelopen. In de avond hebben we in een van de restaurants in het resort gegeten.

Wat te doen in Langkawi?

Iets wat echt op je lijstje thuishoort als je Langkawi bezoekt is het Kilim Geoforest Park bezoeken. Dit natuurpark, dat bekendstaat om de mangrove, is de thuisbasis van heel veel dieren en mooie natuur. Via de website van het park kan je een mangrovetour met een bootje boeken. Je kan kiezen tussen 2, 3 en 4 uur – ik zou die van 4 uur aanraden, want het is echt de moeite waard.

We pakten een Grab vanaf ons resort naar het park – dat duurde ongeveer een half uurtje. Daar meldden we ons bij de ingang, we hadden van tevoren al een kaartje gekocht en via WhatsApp aangegeven hoelaat we er zouden zijn (allemaal te vinden op hun website). We hadden dus de 4 uur-tour gekozen, die 80 euro voor 4 personen kostte.

Er was bijna niemand in het park (heerlijk!) en we kregen een hele boot voor onszelf. Eerst voeren we naar de vleermuizengrot, waar we een zaklamp kregen om te kijken naar slapende vleermuizen. Indrukwekkend! Daarna voeren we door de mangroves, waar we een slang (!) zagen, veel apen, tientallen adelaars en heel veel mooie jungle.

Daarna voeren we de open zee op, waar we zelfs Thaise eilanden konden zien. We zwommen bij een prachtige rots met een klein strandje, en gingen daarna nog een uur naar een ander strand. Uiteindelijk sloten we de tour af met een bezoek aan een vissersdorpje op het water. Écht een aanrader.

Waar eten?

Het leukste stadje op het eiland ligt bij het bekendste strand Pantai Cenang. Dit stadje bestaat uit een paar straatjes met gezellige restaurants en wat winkels. Wij besloten in de avond hierheen te gaan en een hapje te eten bij Putumayo – een restaurant dat bekendstaat om hun seafood. Heerlijk eten!

Deze dag gingen we naar de kabelbaan van Langkawi om een spetterend uitzicht over het eiland te hebben, en hadden we een bijzonder diner voor onze laatste avond.

Zoals eerder al gezegd ligt de kabelbaan van Langkawi naast het resort. Het is makkelijk te lopen, zo’n 5 minuten vanaf de ingang, maar er gaan zelfs gratis shuttlebussen vanuit de accommodatie heen.

Kaartjes voor de steilste kabelbaan van Azië koop je gewoon bij de ingang. Ze zijn ongeveer 18 euro per persoon. Vergeet geen contant geld mee te nemen voor een extra kaartje van 1,50 euro voor de skybridge.

Kabelbanen in Azië vind ik echt fascinerend. Er worden altijd hele pretparken omheen gemaakt, ook hier weer. Er is een soort dorpje omheen gebouwd, en er liggen allemaal winkels, restaurants en zelfs een kinderboerderij. Dus als je nog iets voor of na de kabelbaan wil doen kan dat prima.

We gingen op een maandagochtend, dus het was niet heel druk. We stonden vijf minuutjes in de rij en zaten toen met drie anderen in de kabelbaan een kwartier omhoog (die dus ook echt wel steil omhoog gaat!) Je stapt eerst uit op een platform voor het eerste uitzicht, daarna stap je weer in de kabelbaan om het hoogste uitzicht te zien. Daar koop je ook een ticket voor de skybridge – als je dat wil. De skybridge kan je lopend bereiken (ongeveer 300 traptredes, je moet dus wel een beetje een conditie hebben!) of met een soort lift waar je extra voor betaalt. Ik vond de skybridge wel echt een toevoeging, het is daar iets minder druk en je hebt meer plek om de mooie uitzichten te bekijken.

Op onze laatste avond gingen we uiteten bij Pahn Thai, het Thaise restaurant bij het Berjaya Langkawi resort. Dit restaurant ligt aan het einde van een lange pier, midden op de zee, en heeft prachtig uitzicht op de zonsondergang. En ook nog eens het eten was heerlijk, een perfect einde van onze reis.

Een andere optie is om nu vanaf Langkawi naar Kuching (Borneo) te vliegen. Lees deze route van reisblogger Debbie!

De reis is om, vandaag vliegen we terug naar Schiphol. Omdat we pas in de avond vliegen, kunnen we een middagvlucht vanuit Langkawi naar Singapore boeken. Deze hebben we ook via Airasia geboekt, en kostte 30 euro per persoon inclusief ruimbagage en eten. Het is ongeveer 1,5 uur vliegen.

Het vliegveld van Langkawi is klein, dus je hoeft er – in tegenstelling tot Schiphol – niet 4 uur van tevoren te zijn. Op het vliegveld van Singapore moesten we ons een paar uur vermaken tot onze vlucht, maar als er een vliegveld is waar dit kan is het Singapore wel. We gingen naar de Jewel-waterval (zie foto bovenin), aten in de foodcourt in de kelder en hebben nog even getwijfeld of we wilden zwemmen in het zwembad of naar de bioscoop wilden. Uiteindelijk zijn we nog gaan winkelen, de uren vlogen om!

Deze roadtrip van drie weken door Singapore en Maleisië was een om nooit te vergeten. De mooie theevelden bij de Cameron Highlands, de zonsondergang bij de moskee in Melaka, de skyline vanuit de infinity pool in Kuala Lumpur en de prachtige natuur in het Royal Belum State Park zijn maar een paar hoogtepunten. En dan heb ik het niet eens over het fantastische eten!

Heb je nog vragen over deze reisroute? Of heb je hulp nodig met het uitstippelen van jouw ideale trip? Laat hieronder een berichtje achter.

Kosten indicatie

AANKOMST	Singapore
VERTREK	Singapore
HIGHLIGHTS	Prachtige natuur, olifanten en apen, mooie stranden en grote steden
BESTE REISTIJD	Tussen juni en augustus
PRIJS INCLUSIEF	Vliegticket van €750,- 21 overnachtingen in hotels Huurauto van €600 Lokaal vervoer
NIET INCLUSIEF	Eten en drinken, fooi, persoonlijke uitgaven, taxiritjes, entreegelden Budget advies +/- €150,- per persoon per week

Wil je deze rondreis zelf boeken?

Wij boekten onze huurauto via Sunnycars, boekten onze vliegtickets via Skyscanner en boekten onze hotels via Booking.com.

Wat moet je allemaal regelen voor je reis?

Behalve het uitstippelen van je reisroute en het boeken van de tickets en hotels, is het belangrijk dat je een reisverzekering regelt en je vaccinaties haalt. Hier moet je aan denken.

Vaccinaties

• DTP (difterie, tetanus en polio)
• hepatitis A
• Als je geen mazelen hebt gehad, wordt ook een BMR-inenting aanbevolen
• Je kan ook een inenting voor rabiës nemen – dit is niet verplicht, maar geeft wel net wat meer ruimte als je gebeten/gekrabt wordt door een straathond- of kat, of aap

Als je langer dan drie maanden in Maleisië blijft, worden ook inentingen aangeraden voor hepatitis B, en in sommige gevallen tuberculose. Neem altijd voor de zekerheid contact op met je lokale GGD om te kijken of jij nog vaccinaties nodig hebt voor je vertrekt, en vergeet je gele boekje niet!

Visum

Als je korter dan 90 dagen naar Singapore en Maleisië gaat, heb je geen visum nodig.

Geld

In Singapore betaal je met SGD – Singapore dollar. Eén SGD is ongeveer 0,72 euro. In Maleisië betaal je met ringgit, 1 ringgit is ongeveer 0,22 euro.

Controleer voordat je op reis gaat of je met jouw bankpas wereldwijd geld kan opnemen. Vaak kan je dit instellen. Ook is een creditcard echt nodig. Niet alleen kun je bij veel hotels afrekenen met een creditcard, ook wanneer je binnenlandse vluchten gaat boeken of nationale parken gaat betalen is een creditcard handig.

Auto

Als je gaat autorijden wordt een internationaal rijbewijs aangeraden. Dit kan je bij de ANWB halen (vergeet geen pasfoto). Ook heb je in Maleisië een Touch & Go-card nodig om de tol te betalen, die kan je kopen bij tankstations. Vergeet er geen geld op te zetten.